Jaarrekening

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Vaste activa

Immateriële vaste activa

  • Conform art. 34, sub c BBV betreft deze post bijdragen aan activa in eigendom van derden, die worden gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen.

Materiële vaste activa

  • Investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of verhandelbaar zijn, worden aangemerkt als investeringen met een economisch nut.
    De vraag of de investeringen al dan niet geheel kunnen worden terugverdiend is niet relevant voor de classificatie. Overeenkomstig de (ex art. 212 Gemeentewet) door de raad vastgestelde ‘financiële verordening gemeente Beverwijk’ (hierna: financiële verordening) worden activa met een economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan €10 dzd niet geactiveerd, met uitzondering van gronden en terreinen die altijd worden geactiveerd. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht (netto-methode). In die gevallen wordt afgeschreven op het saldo na vermindering. Krachtens de financiële verordening kunnen gebouwen, bij raadsbesluit, afgeschreven worden tot een restwaarde van 25%. Dit geldt in ieder geval voor onderwijshuisvesting
  • Investeringen met een economisch nut: gronden uitgegeven in erfpacht. In erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen).Gronden waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht zijn gewaardeerd tegen een geringe registratiewaarde
  • Overige investeringen met een economisch nut: gronden en terreinen. Op gronden met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij waardering van gronden en terreinen wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken
  • Overige investeringen met een economisch nut: overige rubrieken. Deze investeringen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs
  • Overige investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven. Deze investeringen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en betreffen investeringen in het kader van het GRP

Vernieuwing BBV

  • De systematiek van activering en afschrijving wordt in het nieuwe BBV gelijkgetrokken voor alle investeringen. Met ingang van begrotingsjaar 2017 dienen investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, evenals investeringen met een economisch nut, te worden geactiveerd (art. 59, lid 1 BBV) en over de verwachte toekomstige gebruiksduur te worden afgeschreven (art. 62, lid 3 BBV). De verplichting om alle investeringen zo te activeren wordt van toepassing op nieuwe investeringen, die met ingang van begrotingsjaar 2017 worden gedaan. De netto-methode wordt verplicht gesteld voor alle investeringen, zodat specifieke investeringsbijdragen van derden op de nieuwe investering in mindering moeten worden gebracht (art. 62, lid 2 BBV).

Financiële vaste activa

  • Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen (participaties in NV’s of BV’s) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs vindt afwaardering plaats
  • Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen/verbonden partijen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Vlottende activa

Voorraden

  • Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie. De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerkosten. De lasten en baten verband houdende met grondexploitaties worden in de exploitatie verantwoord en einde jaar via een tegenboeking op de balans (onderhanden werk) gemuteerd
    Winsten uit grondexploitatie worden slechts genomen, indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd kunnen worden aangemerkt. Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Bij een verlieslatende grondexploitatie wordt een verliesvoorziening gevormd. Het verrichten van een afboeking of het treffen van een voorziening gebeurt, bij een geprognosticeerd verlies, direct voor een bedrag ter grootte van het volledige verlies. Als sprake is van een voorziening ingericht ter bestrijding van (verwachte) tekorten in grondexploitaties, dan wordt die voorziening gepresenteerd als waardecorrectie op de balanspost bouwgronden in exploitatie.
  • Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar. Deze vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Vaste passiva

Eigen vermogen en voorzieningen

  • Reserves en voorzieningen zijn gevormd conform door de raad genomen besluiten. De onttrekkingen aan reserves en voorzieningen geschieden conform daartoe strekkende raadsbesluiten of richtlijnen BBV. De reserves en voorzieningen en de mutaties hierop worden nader toegelicht bij de balans
  • Binnen het eigen vermogen is onderscheid gemaakt tussen enerzijds algemene reserves en anderzijds bestemmingsreserves, waarvan de bestemming door de raad is vastgesteld en die derhalve kunnen worden gewijzigd. Waardering vindt plaats tegen nominale waarde
  • Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen van de gemeente. Om die reden kunnen voorzieningen naar de situatie per ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde/het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.

Voorzieningen worden gevormd indien er sprake is van:

    • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.
    • Op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.
    • Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
    • Bijdragen (spaarcomponent) aan toekomstige vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven.
    • Middelen verkregen van derden, die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen verkregen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

De vorming van een voorziening , dan wel een dotatie aan een rees bestaande voorziening, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen aan voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.

Gewaarborgde geldleningen en garantstellingen

  • Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is (buiten balanstelling) het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie hieromtrent opgenomen.
Deze pagina is gebouwd op 07/15/2021 09:44:48 met de export van 07/15/2021 09:30:52